FR EN NL

De Kronieken van de Profeet van Kristal

An 498
Empire d'or

In een vervlogen tijd, voor het Rijk en die hen voor gingen, de duin zee die men het Vuurland noemt, was bevolkt door nomadische stammen die elk voor hun eigen overleving zorgden, vaak ten nadele van de andere stammen. Hun leven was een afspiegeling van het landschap, ruw, droog, dodelijk maar toch hoopvol.

De Kronieken vertellen dat tijdens een magere avondmaaltijd, een van de stammen een uitzonderlijke getuige was van een goddelijk phenomeen. De maag nog steeds leeg, mogelijks zoekend om de honger te vergeten, sloegen de blikken hemelwaarts naar de sterren. Daar zagen zij een ster die zich van het firmament los wrikt, vallend met een lichtgevende tinteling in hun ogen, om neer te slagen op Tanak achter een van de duinen die de horizon verbergen. Langend naar deze lichtgevende val, en een noodzaak voor hun zinnen, namen zij de weg die leidde naar de impact van de vallende ster.

Onder de hamer van de zon, niet hun weg alleen maar zwaarder maakte, marcheerden ze meerdere dagen naar de zandduin aan de horizon, die zich leek terug te trekken naarmate ze vorderden. Uiteindelijk kwamen ze toe aan de voet van de helling die hen het mysterieuze spektakel van enkele dagen geleden verborg, niemand kon die nacht uit zijn gedachte halen. Toen de zon leek af te zwakken, alsof hij zijn verlies toegaf, verlichte een zonnestraal hen een dip in het zand, waar een kristallen punt de zon antwoordde met een lichtflits.

Anderen kwamen ook toe. Ze zagen hun silhouetten zich aftekenen tegen de duinen. Anderen stegen reeds af om elkaar te begroeten terwijl nog anderen reeds met verwoede pogingen het zand trachten te verwijderen. Naarmate ze vorderden, verscheen er een groot kristallen stuk van de ster, met in het midden een pulserende energie die hen deed trillen in harmonie.

Geraakt door deze krachtige straling, alle nomaden uit de vier windrichtingen sloegen zich neer voor het kristal. Uit het binnenste van de ster, als een echo uit het weefsel van de wereld, sprak het kristal hen toe:

Ik ben jullie profeet van kristal. Respecteer mijn stem en mijn leer, en ik maak van jullie wat jullie goden noemen.”

Als een plant die uit dorre grond rijst,rijst de stem van het kristal, een nieuwe, gunstige wind deed de stammen samen komen. Onder het oog van de profeet van Kristal, steden werden opgericht, kennis en kunde groeiden zoals een onverwachte roos en uiteindelijk werd het Rijk geboren. Nooit heeft het Vuurland zo’n gouden eeuw gekend. Het Rijk leek de mooiste creatie te zijn op deze wereld en uit de mond van het kristal zelf, kwam de voorspelling van een oorlog, en deed zijn volgelingen twijfelen.

Als reden voor de woorden van de profeet, zij die zich Goden noemden, konden het niet verkroppen dat men mensen zo’n toekomst voorspelde. Ondanks de woorden van de volgelingen: “Dat de Goden zich verplaatsen en komen kijken naar de vruchten van de stem van het Kristal.”, niets gebeurde.

Deze charlatans, misvormde beesten volgevreten met magie, wilden van niets weten en zijn nooit gekomen. Uit jaloersheid, stuurden zijn de elfen, de uitverkorene van al hun kinderen, om ten val te brengen het Gouden Rijk. Een van hen, gewapend met een dolk speciaal gesmeed en betoverd, wist tot bij de Profeet te naderen en stak zijn dolk in het kristallen oppervalk. Gewond vluchte de Profeet weg, achter zich aan slepend, de elf die zich met al zijn macht vasthield aan zijn vervloekte wapen. Zij verdwenen in het firmament waar de Profeet vandaan kwam, en niemand zag de valsaard of zijn slachtoffer ooit terug. Voor velen vervloog de hoop om ooit te ontsnappen uit dit verschrikkelijke spel met de Goden zich met de Profeet.

In hun haat en waanzin, spraken de goden duizenden plagen, cataclysmen en vervloekingen met magie uit, ze riepen monsterlijke wezens op en gingen zelfs zo ver om de grond zelf te verzieken zodat de overlevenden van honger omkwamen.

Zelfs de dood werd vervloekt, niemand zou ooit rust vinden in het Gouden Rijk, dood of levend.

Op enkele maanden tijd koste deze apocalyps de bijna voltallige volkeren trouw aan de Profeet, het leven. Zij die overleefden, hadden geen enkele keuze dan hun toevlucht te zoeken in de necromantie gekoppeld met hun kennis van de magie der pacten om zich te verweren tegen de monsters. Nu hun Rijk gevallen was, een verwoede oorlog brak uit met als enige doel niet te verdwijnen, nog door honger noch door de monsters.

Slechts 2 uitverkoren ontsnapten aan hun noodlot, Morjul en Dhar-Alvn, broers uit het concilie van poly-kundigen, de glorie van hun beschaving. Langzaam, aan een onooglijk tempo, begonnen ze aan de wederopbouw van hun Rijk en om het voor te bereiden op het ten val brengen van deze valse Goden.

Het eerste Rijk was  te barmhartig en teveel tegemoetkomend met perverse magiers die het monopolie hadden over het goddelijke. Het dogma van de wederopbouw steunde meer op het verdedigen van de wijsheid van de Profeet en uiteindelijk radicaliseerde het zich zoals nooit tevoren. De gestigmatiseerde overlevenden, ontvingen met open armen deze veranderingen, voorgesteld door het nieuwe concilie en zijn apostelen. Toen ontstond een nieuwe wil, geschreven in littekens en een blik die zich niet liet buigen.

Alsof om aan hun volharding en gebeden te voldoen, in 421 onze telling, spraken de geruchten over het terugkeer van de Profeet, die Tanak zal doen ontwaken.

Bij de gratie van de volharding van hun volgelingen, met de kennis van de necromantie en de magie der pacten, gewapend met de nieuwe geschriften van hun dogma, duurde het slechts vijf jaar voordat de Profeet van Kristal zijn rechtmatige plaats innam. Sinds de dag van de bevrijding van Harapan, leidt hij het Rijk om het continent naar een nieuwe gouden eeuw, om zich uiteindelijk te ontdoen van de valse Goden.

Ragnarok utilise des cookies. En poursuivant votre navigation, vous acceptez l'utilisation des cookies.
J'ai compris